Trend analyse 21/22 voor jouw interieur
Het lijkt alsof de feestdagen nooit zijn geëindigd; iedereen thuis, oma dagelijks aan de telefoon en ’s ochtends boterhammen smeren lijkt iets uit een ver verleden. De vakantie plannen we dit jaar in eigen tuin en papa herontdekt de Makita-schroef-boor-machine die dat mogelijk moet gaan maken. Hardlopen is het nieuwe filerijden en het gezinsleven lijkt uitgebreid met vers geïmporteerde Oost-Europese hond. Inmiddels struint vooral mama het internet af naar interieur inspiratie en is druk met het her-arrangeren van de nieuwe plattegronden tijdens een van haar online Teammeetings.
Maar dat is niet alles wat er veranderen gaat. Hou je vast… 2021 Lijkt het jaar te worden waarin ons hele idee van “thuis” flink op de schop gaat! Je kunt meer verwachten dan enkel stijl en kleur. Ons huis verandert van indeling, gebruik en sociale betekenis. De trends die langzaam leken te naderen lijken versneld op ons af te stevenen.
fotografie: Annie Spratt
Zet je schrap:
Allereerst gaat er meer kleur in je huis komen. Die immer witte muren herinneren ons aan wachtkamers en testruimtes. Er lijkt een breed gedeelde behoefte te ontstaan om je huis fijner, warmer en huiselijker te maken en daarmee dus zwaar in contrast met de hypersteriele trend die we gaan meemaken in de publieke ruimten.
Kleur? Ja, we omringen ons graag met aardetinten en andere luxe bruintonen. Helemaal onderaan dit spectrum ligt een opkomend okergeel en aan het einde lijkt een brutaal lila plots weer geoorloofd.
We gaan al dat kleurgeweld alleen niet meer zomaar tegen de muur aan rollen. Vlakke wanden zijn passé en worden met liefde ingeruild voor kunstig aangebrachte kleurgradaties en wolkige tamponeereffecten.
Daarmee haak ik gelijk in op de opkomst van de knutselaar en handige doe-het-zelf-acties. Je huis verliest een beetje aan uiterlijk vertoon en wint iets aan daadwerkelijk habitat. Het zelf actief meebouwen versterkt dat gevoel. Daarbij heeft vooral de man, maar zeker ook de vrouw, fijn weer iets omhanden om zich te manifesteren.
Als dat dan niet lukt mijden we liefst de woonboulevard en gunnen we het eerder een hippe buur. Hyperlokaal gaat het winnen van de massafabricage. Dingen met een verhaal, uniciteit en ambacht.
Het “maakproces” an sich mag ook weer gezien worden. We zijn klaar met gladde identiteitsloze objecten (in het interieur thans) en we willen structuur en natuur zien. De plastic age is eindelijk aan haar einde (thans thuis)!
Ik verwacht een versterking in het gebruik van meer natuurlijke materialen. Het ecologisch denken is alomtegenwoordig en technische kunststoffen, hoe goed bedoeld ook, worden steeds minder populair. Honderd procent natuurlijke materialen worden langzaamaan opnieuw gewaardeerd en er ontstaat zelfs een welkome stroming “vegan” in het interieur.
Samen met de strakke hypercleane oppervlakten, verliezen we ook de scherpe hoeken. Waar we nu nog leven in het kielzog van het kubisme, lijken rondere en meer vrouwelijke vormen de markt inmiddels te domineren. Denk hierbij aan pilvormige tapijten en tafels, de herontdekking van de poefjes, fijne bolletjesverlichting en afgeronde vormpjes in je vloertegels.
Onder de best verkochte zaken voor in huis vonden we het afgelopen jaar opbergmaterialen, kantoorstoelen en inklapmeubelen. Het thuiskantoor doet haar intrede en zal niet zomaar verdwijnen.
Als gevolg van al die gezamenlijke en vooral gelijktijdige activiteiten binnenshuis lijkt de open-plan-architectuur langzaam te verdwijnen. We gaan weer waarde hechten aan afgebakende gebieden. Ik geloof niet dat we daadwerkelijk muren gaan plaatsen, maar de opmars van de glazen wanden en deuren in residentiële woningen zal blijven continueren. Daarmee sluit je je even af van de rest.
Ik sluit niet uit dat slaapkamers dubbelfuncties krijgen. Niet alleen een plek om te slapen, maar zeker ook een afsluitbare ruimte om even weg te dromen in een boek of een pianoconcert.
En dat afsluiten zie ik op meer niveaus. Steeds vaker worden akoestische waarden meegenomen in de materiaalkeuzen. Stilte is de nieuwe luxe. Dat zien we in afbouw en vaste meubels, maar ook in de toegenomen hoeveelheid gordijnstoffen, wandtapijten en stoffen bekledingen. Holle ruimten zijn enkel nog voor kerk en mausoleum.
Sterker nog! We kruipen dieper in ons hol en gaan ons beschermen tegen invloeden van buitenaf. Onze wanden worden letterlijk dikker door de enorme isolatie-eisen en daarmee scheiden we ons privéleven nog meer van de buitenwereld.
Toch is de natuur een belangrijk punt in 2021 en liefst maken we van onze tuin dan ook een afgebakend en gecontroleerd stuk ”buiten”. Dat impliceert dus minder tegels en meer groen.
Dat het groen naar binnen mag worden getrokken zien we aan de toename in zoekgedrag naar patio’s, binnentuinen en loggia’s.
Aanverwante binnenbeplanting was al aan een opmars bezig en zal nu zeker nog niet stoppen. Een groot gebaar of een eiland vol levend groen is geen uitzondering meer. Het ritueel van de dagelijkse verzorging maakt dat je je meer verbindt aan je huis… en je bent er nu toch, nietwaar?
Net als de nieuwe connectie tussen groentetuin en keuken, lijkt er ook een restaurant verbonden aan de eetkamer. Take-away kan plots ook chique, dus de kleurpotloden van de kinderen mogen schuiven en het huispak is helemaal uit den boze.
Even ontsnappen uit de gekte doe je over de bospaden en het strand. File-lopen is dan ook geen uitzondering.
En de juist opgekomen acceptatie van de mancave mag (godzijdank) rap weer schuiven voor de indoor gym, of binnen-boulderwand (uiteraard liefst zelf gebouwd en trots online gedeeld).
Conclusie.
Ons interieur lijkt te floreren. We gaan vaker en meer thuis zijn. Het binnenste van ons habitat mag weer fijner, warmer en huiselijker voelen. Er ontstaat een herwonnen waardering voor handenarbeid en eigen creaties. Inkopen doen we hyperlokaal en duurzaamheid lijkt de nieuwe norm. We hullen ons in zachte, afgeronde vormen en kruipen dieper in ons hol. Er ontstaat een voelbaar zwaardere barrière tussen gezinsleven en alles daarbuiten. Luxe vinden we terug in de mogelijkheid tot afzonderen en stilte. Daardoor veranderen onze plattegronden en het ruimte gebruik behoorlijk. Niet de keuken, maar de eetkamer wordt het nieuwe hart van het huis. Daar komen we samen, offline, en vooral met aandacht voor elkaar.
Fijn vooruitzicht
Los van alle narigheid die ons heeft getroffen, word ik blij van de herwonnen rol die ons huis is toebedeeld. Ik was bang dat “thuis” inmiddels niet meer gekoppeld was aan een fysieke plek. Het continue online gedrag was daar debet aan. Inmiddels herwaarderen we noodgedwongen onze eigen buurt en woning. Een beetje geholpen door het afgegeven pakketje-bij-de-buren weten we nu ook weer wie er naast ons woont. Met een vriendelijke “goeiedag” als gevolg.
Bronnen:
Waar halen wij al die kennis vandaan?
Nou, enerzijds uit de directe vragen van onze opdrachtgevers. Daarnaast zijn wij continu op jacht naar de laatste ecologische materialen en milieuvriendelijke oplossingen voor het interieur. Gaan we graag in gesprek met vakgenoten, wonen we de meest interessante online sessies bij en zijn verslaafd aan podcasts van crossmediale sprekers.
Tips:
De meest interessante podcast tot nu toe ging over Mycelium (paddenstoel-gebroed) en werd ingesproken door “onbehaarde Apen” .
Het beste interview hoorde ik bij de AINB en betrof een gesprek met trend-fore-caster Hilde Francq.
Een samenvatting van welvaart-in-Coronatijd van Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakte me wijzer.
En verfleverancier Caparol kleurde dat plaatje vervolgens helemaal in met hun ecologische trendwaaier.
Waarvoor allen dank!