Inspiratie voor je interieur: waar haal jij die vandaan?
Dit blog is ook prima te
beluisteren als podcast
In de volksmond betekent dit woord niets anders dan shoppen en etalages kijken. Massa’s mensen schuren dagelijks over het gladgelopen plaveisel van de meubelboulevards en “pinnen” samen miljarden “inspiratie” plaatjes op online media. Inspiratie in haar huidige betekenis wil zeggen dat je op zoek gaat naar dat éne goede plaatje in een oneindige stroom beeldmateriaal. Een kansloze excercitie, die niet alleen tijd kost maar vooral ook jouw creativiteit afstompt. Een meer letterlijke vertaling van het woord zou “inblazing” kunnen zijn. En in betekenis wordt ze vervolgens omschreven als: “een bewustzijnstoestand (‘bezieling’) waarin de kunstenaar (jij dus) over het maximum van zijn scheppend vermogen beschikt en schijnbaar moeiteloos de vormgeving vindt die voor het beoogde werk het meest geschikt is”*. Ik moet eerlijk bekennen dat ik tussen route “zo-zie-je-alles” en gang twee van eender welk stellingenmagazijn nog nooit over het optimum van mijn scheppend vermogen heb mogen beschikken. De Grieken daarentegen kenden de Zweden niet en schreven hun inspiratie toe aan een god of aan de muzen, dat mag nog steeds hoor, maar in ons geval richten we ons ruimer en op alles dat de verbeeldingskracht en vindingrijkheid kan aanzwengelen. De inspiratie waar ik graag over wil spreken bestaat uit twee componenten:
De ingeving of het heldere moment dat vooraf gaat aan de stortvloed aan ideeën;
De daadwerkelijke vinding van bruikbaar materiaal of stof dat geschikt is voor het doel dat je voor ogen hebt.
Dit “vinden” van die startmotor kan iedereen en zet een kettingreactie van associaties en mogelijkheden in gang. Begrijp daarbij dat associeren niet betekent: “kijken-naar-wat-een-ander-gedaan-heeft-om-dat-zo-correct-mogelijk-te-doen-kopiëren”. Dat heet namelijk gewoon “kopiëren” en voor die valkuil wil ik jullie graag behoeden. Er wordt jou als consument namelijk een arsenaal aan zogenaamde inspiratie aangeboden in de vorm van geënsceneerde situaties, digitale etalages of beelden van bestaande interieurs. Daarmee verken je inderdaad je mogelijkheden. Maar het zet vooral jouw geld in gang en geen creativiteit. Prima voor de economie - slecht voor jouw inspiratie. Ik zou je graag aanmoedigen om te proberen geïnspireerd te raken, zoals een dichter geïnspireerd kan raken door een ballerina (…of zijn muze, mocht hij Grieks zijn). Meer interdisciplinair en liefst voorbij de ontembare stroom aan interieurplaatjes dus.
Hoe dan?
Start met het vaker bewust worden van je omgeving. Waar voel je je prettig? De parkeergarage? Met haar betonnen huid, optimale indeling en functionele verlichting. Of eerder in een houten blokhut? Met haar eenvoudige structuur, het warme materiaalgebruik en een immer brandende kachel als centrum van het verblijf. Zonder jouw antwoord af te wachten kan ik je verzekeren dat de meest ge-pintereste (is dat een werkwoord?!) vloeren bestaan uit beton, beton ciré, of ander soort beton-achtige substanties. Weliswaar voorzien van vloerverwarming en zonder witte parkeervakken, maar toch zeker aangevuld met het functioneel monoliet van een keukenblok waarop een of ander cooker-apparaat prachtig staat te pronken. Dus hou op met kopiëren van indrukwekkende keukenporno, en start vanaf nu met het zelf “vinden” van zaken.
Maar waar dan?
Hoor ik je denken... Gewoon overal. Ik hou bijvoorbeeld van oude boeken. Ze vertellen een verhaal. Ook al lees ik ze niet letterlijk, lees ik wel de zichtbaar geworden sporen van de tijd, geniet ik van het geluid van de strak gesneden pagina’s die langs mijn vingers glijden. De kreuken in het perkamentachtige papier. De wolkachtige wijze waarop de kaft is verkleurd. Het handschrift van de kunstenaar in het geëtste illustratie werk. Haar stilte, nadat ik er een open sla. De loslatende binding waardoor ik extra voorzichtig word. Het ezelsoor dat aangeeft waar ik ooit gestopt ben met lezen. Allemaal zaken die meewegen in de esthetiek van een goed boek (los dus van haar inhoud). En voorbij die ontologische romantiek word ik aangetrokken door haar simpele eenvoud, de organisatie van de pagina’s en de functionaliteit in gekozen materialen; Papier, karton, misschien leder of canvas als kaft, arabische gom, inkt en heel veel tijd.
De ingeving.
Het zal je dan ook niet verrassen dat ik gek ben op natuurlijke materialen. Materialen die vies mogen worden, plaatselijk verkleuren, kreuken, reageren op het gebruik en slijten in de tijd. Ik hou van canvassen en grof geweven stoffen, van stapeltjes en organisatie. Ik hou van eenvoud, orde (ben zelf al druk genoeg), van oude huizen, historische details, eerlijke materialen, heldere constructies. Pragmatische indelingen, verassende inzichten, goed vakmanschap en het handwerk überhaupt. De inspiratie werd in dit geval dus aangewakkerd door een boek. Maar dat had net zo goed een bos kunnen zijn, of een blokhut, of een balletvoorstelling, een schilderij, een gedicht of een herinnering. Mijn vraag aan jou is dus: Waar word jij blij van? Wanneer gebeurt dat? Welk gevoel hoort daarbij en kun je dat op enige wijze vertalen naar iets dat je gebruiken kunt binnen jouw interieur?
Het zien van mogelijkheden.
Die passie voor zaken-die-slijten-in-de-tijd leidde in mijn geval tot een hele fijne pragmatische materialenlijst. En daarmee dus ook direct tot mogelijkheden voor mijn interieur. Ik bevraag die favoriete lijst tot in den treure. Kan ik canvas als vloerbedekking gebruiken? Leder? Of wordt het hout. Maar dan wel echt hout. Dat werkt, dat ruikt en dat slijt. Ik wil ook het lichte van het papier en het kreukelige van het perkament. Kan dat voor het raam? Welke meubels passen hierbij? Een oude stoel van de rommelmarkt, of juist een nieuwe? Beide zijn mogelijk. Ik redde drie prachtige Scandinavische ligstoelen van de brandstapel om daar voor een kapitaal aan nieuw stoffeerwerk op los te laten: Handwerk heerlijk! En tegelijkertijd word ik verliefd op de eenvoud en functionaliteit van mijn nieuwe bankstel. Inspiratie is niet “imiteren”, maar inspiratie is de besmettelijke start van het zien van mogelijkheden!
Samen maak je je ideeën scherper.
En daarmee kom ik direct op jouw sociale omgeving, want in veel gevallen woon je niet alleen. Betrek jouw partner bij deze zoektocht. “Vind” er samen wat van. Waar wordt hij of zij blij van? Botst dat of blijkt het juist complementair? Meng die ideeën en spring in elkaars werelden. Bevraag ze, analyseer ze en tracht elkaars voorkeuren te begrijpen. Mijn collega en ik hebben twee totaal verschillende voorkeuren in stijl en esthetiek. Toch werken we constant samen aan nieuwe interieurs, wordt er niemand uit het raam geslingerd, en blijft ook het serviesgoed op kantoor onaangetast. Sterker nog het bediscussiëren en analyseren van elkaars ideeën maakt die ideeën alleen maar scherper. In je eigen hoofd ontstaat weinig weerstand - dus een partner in deze exercitie is zeker aan te raden.
Succes met jouw zoektocht!
PS:
In de volgende episode babbelen we over stijlen. Als je vragen, of kritieken hebt - schroom niet - en laat een reactie achter (kritiek maakte ideeën scherper toch?)
*Bron: DBNL - Letterkundig lexicon voor de neerlandistiek
fotografie door takahiro taguchi